Het glas is half leeg-half vol
De een denkt aan water
De ander aan alcohol
Ik denk voornamelijk ’s ochtends
’S middags ben ik moe
Mijn klok en mijn kalender lopen samen
Ze joggen langs kanalen
Ze wijken niet af van het jaagpad
Ik jaag herhalingen na
Elke dag, tot het pijn doet
Dan leg ik er ijs op
Ik hak mijn dagen tot maaltijden
Voor dakloze gedachten
Een hutsepot van schrijfsels en verveling
Zoutloos – maar het houdt me bezig
Het dessert serveer ik op het bed
Ik wil geen vroeger maar beter
Ontdaan van de korst en de ketens
Zuiver van passie en geweten
Doelgericht en felverlicht
Ik wil het pantser breken
Schildpadgewijs ga ik vooruit
Als tektonische beweging
Smachtend om verandering
Centimeter per centimeter
Het onvermijdelijke tegemoet
Als dan mijn wereld
Bezaaid met puin en verleden
Mijn naam zal fluisteren
In pijn en gebeden
Zal ik luisteren
Zal ik mijn roeping weten
Zal ik er staan
Zal ik er staan voor jou