Talisker

De bende van Uisge Beatha op de planeet Alba

Boek kaft: Talisker
Onderdeel van Talisker reeks:

Aliens? Check. 

Ontvoering? Check. 

Feeën? Check

Drakendoders, bananen, chocolade? Check, check, check

Mijn name is Talisker.  Inderdaad, zoals de Schotse whisky- Mijn vader had een apart gevoel voor humor.  Mijn vader liet me achter met zoveel vragen over leven en dood.  Maar nu heb ik even geen tijd om de antwoorden te zoeken.  Het is tijd om mijn angsten te trotseren want de hele situatie wordt te vreemd. 

Ik had nooit gedacht dat ik zou ontvoerd worden door aliens.

Voor alles is een eerste keer.  Levensvragen worden een zoektocht hoe ik terug thuis kan geraken, een puzzel waarom die aliens juist mij moesten hebben.  En de echte vraagstukken die me nu bezig houden, zoals waarom ik hier samenzit met vijf andere kinderen die toevallig ook allemaal genoemd zijn naar Schotse whiskies?

Verschenen:
Uitgever: Amaze The World
Kaftontwerpers:
Genres:
Tags:
Samenvatting:

Dalwhinnie en Talisker waren bovenop een rotsblok gaan zitten.  Van daar konden ze goed de weg, het meer en de andere kinderen in het oog houden.  De twee manen stonden nu hoog aan de hemel ze leken langzaam naar elkaar toe te bewegen.  Rond de manen in een blauw-zwarte nacht fonkelden overal sterren.  Talisker herkende enkele sterrenbeelden, maar ze leken op de verkeerde plaatsten te staan, of ondersteboven, of binnenstebuiten, of achterstevoren.  Hij vroeg zich af of een van de sterren onze zon was, Hij zocht een heldere ster uit en beeldde zich in dat het de zon was.  Want als dat de zon was, dan zou een millimetertje daarnaast de aarde staan.  En op dat muggenstrontje zou er een speldenprikje zijn dat Diepmoeren heette.  En in dat speldenprikje zou een atoompjesgroot lichtje schijnen.  Dat zou zijn huis zijn.  Met in dat huis zijn moeder die op hem wachtte.  Hij zuchtte.

“Hoe gaan wij die oorlog hier oplossen?” vroeg Dalwhinnie.

LEES MEER

“Ik weet het niet.”

“Ik wou dat mijn moeder hier was.  Die is politie agente.  Die zou wel weten wat we moesten doen,” ze wachtte even en glimlachte dan, “Of mijn vader.  Die werkt in een koffiebranderij.  Daar maken ze oploskoffie.  Mijn vader zei altijd dat, als je die koffie dronk, dat je dan alles kon oplossen.”

Talisker lachte even mee, maar werd dan stil.  “Mijn vader is dood.”

“Oh, Sorry.”

“Geeft niet.” Talisker keek voor zich uit, alsof hij hoopte dat hij daar zijn vader zou zien.  “Mijn vader werkte in een lampenfabriek.  Daar maakten ze gloeilampen.  Maar de mensen willen geen gloeilampen meer.  Ze willen nu allemaal van die ledlampen met veel kleuren en zo.  Daarom moest de fabriek dicht.  Mijn vader had geen werk meer.  Hij werd ziek.  In zijn hoofd.  Depressief.”

“Wat is dat? Depressief?”

“Dat is dat je heel moe bent.  En wat verdrietig ook.  En dat je nergens geen zin meer in hebt.”

“Dat klinkt niet leuk.”

“Dat is het ook niet.  Mijn moeder en ik probeerden hem nog wel op te vrolijken.  Maar het lukt niet.  We ging op reis naar Schotland.  Daar leek hij even weer op te leven.  We wandelden veel.  Hij vertelde weer verhalen over de geschiedenis van Schotland.  De kastelen.  De clans.  Loch Ness…  Maar op een avond, tijdens een onweer ging het helemaal mis.  De bliksem sloeg in en alle lampen gingen uit.  Het was alsof het licht in zijn hoofd ook uit was gegaan.  De volgende ochtend…” Talisker’s adem stokte in zijn keel, “De volgende ochtend is hij naar de waterval op de rots gegaan.  Kilt Rock.  Hij is naar beneden gesprongen.  Op de klippen.  In de zee.”

“Wat erg!” Dalwhinnie bracht haar hand voor haar mond.  Ze wist niet wat zeggen.  Ze wilde Talisker troosten.  Maar meisjes van negen weten meestal nog niet hoe ze jongens van elf moeten troosten als die verdriet hebben om hun dode vader.  “Mis je hem?”

“Elke dag.  En nog meer sinds we hier zijn.” Dalwhinnie legde haar hand op Taliskers hand.  “Ik weet het.  Hier zijn we er voor elkaar.” Talisker glimlachte.  Dat kleine meisje was veel slimmer en veel gevoeliger dan alle andere samen.  “Dank je.”

Ze keken samen naar het meer dat nu een donkerpaarse tint had gekregen.  De manen en de sterren kleurden de golfjes indigoblauw.  Vanop het meer leek een frisse dennengeur door het woud de berg op te waaien.  Dalwhinnie geeuwde.

“Ben je moe?” vroeg Talisker bezorgd.  Dalwhinnie knikte.  “Het is ok.  Ga maar slapen.  Ik houd de wacht wel.”

“Echt?  Ik wil je niet…” maar nog voor ze haar zin kon beëindigen, had ze haar hoofd op Taliskers schoot gelegd en haar ogen gesloten.

“Slaapwel Dalwhinnie,” fluisterde Talisker zacht en legde zijn arm over haar schouder.

INKLAPPEN

 

Bestel jouw exemplaar via jouw favoriete online bookstore via deze universal book link

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *