Elke dag sta ik op met de gedachte ‘Wat moet ik doen vandaag?’. Tot voor kort stond ik daar nooit bij stil. Het leek me een goed begin van de dag. Even mijn agenda voor ogen halen. Even mezelf uit mijn dromenwereld trekken naar het hier en nu. Want mijn dagelijkse activiteiten, al die kleine dingen en grote afspraken die ik per dag moet doen, dat vormt mijn realiteit. Toch?
Nooit sta ik op met de gedachte ‘Wat wil ik doen vandaag?’ De laatste tijd sta ik er noodgedwongen wel stil bij. Omdat de dictatuur van het moeten mij heeft ingehaald en verslagen. Ironisch genoeg moet ik nadenken over alles wat ik dacht te moeten. Alles wat ik altijd normaal vond.
Elke ochtend moet ik opstaan. Ik moet kledij uitzoeken die past bij de activiteiten van de dag. Neutraal, klassiek, grijs-blauw voor werkdagen. Iets losser in het weekend. Ik moet mijn tanden poetsen. Stel je voor dat een collega in een meeting de geur van rottende etensresten en opkomend maagzuur walmend uit mijn mond over zich zou krijgen.
Ik moet ontbijten, want ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Ik moet minimaal acht uur per dag op mijn werk aanwezig zijn. Eenmaal daar, wordt van mij verwacht dat ik mij enthousiast inzet en mijn uiterste best doe om mezelf te verbeteren, zodat mijn ongebreidelde ambitie kan beloond worden met een functie waarvoor ik niet geschikt ben, zodat ik nog harder moet werken om te bewijzen dat ik al mijn collega’s nog minder geschikt zijn voor de functie die ik eigenlijk nooit wou. Ambitie. Stilstand is achteruitgang. Wie niet vooruitstreeft, gaat dood.
Als ik thuiskom verwacht mijn hongerige kroost dat ik lekker eten voor hen klaarmaak. Hoewel in hun ogen lekker en gezond zich verhouden als paars en Nebraska (m.a.w. ze hebben niets met elkaar te maken en zouden niet in dezelfde zin mogen gebruikt worden), verplicht ik mezelf om zoveel mogelijk (verse) groenten in mijn gerechten te verwerken en voldoende variatie te voorzien. Als de kinderen na de maaltijd weer snel wegvluchten achter hun elektronica, moet ik afruimen, afwassen en tussendoor nog snel een wasmachine op zetten of het topje van de strijkberg weg werken.
Natuurlijk vergeet ik niet om quality-time met het gezin te spenderen zonder daarbij uit het oog te verliezen dat het gezin me ook niet mag opslorpen. Tenslotte ben ik ook een individu. Ik moet tijd reserveren voor mezelf. Het is uitermate belangrijk dat ik mezelf ontwikkel, dat ik uniek en speciaal ben. Maar wel binnen lijntjes. Je moet een beetje een geek zijn, maar je mag geen weirdo worden.
Het klinkt ironisch en overdreven. De werkelijkheid is echter nog veel erger.
Probeer maar eens 24 uur lang bij elke activiteit die je uitvoert te bedenken dat je het doet omdat je het wil, of omdat je het moet. Of denkt het te moeten.
Als je je facebook checkt, heb je dan niets beters te doen? Of moet je dat uit schrik dat je iets zou missen. Heb je überhaupt facebook omdat je iets wil vertellen, of omdat je in deze tijden op de hoogte moet blijven. Hoeveel van je facebook vrienden zijn echt vrienden? Hoeveel heb je enkel aangeklikt omdat je dacht dat je moest? Kijk je Tv-series omdat je ze interessant vindt, of omdat je omgeving zegt dat je leuk moet vinden?
Geldt dit niet voor zoveel in je leven? Dat je ze doet om erbij te horen? Omdat de samenleving vindt dat je dat moet? Je kledij, je muziekkeuze, je school, je religie (of anti-religie), je politieke voorkeur, je gedrag.
Iedereen die zich verzet tegen de dictatuur van het moeten zoekt zijn/haar heil in alternatieve levenswijzen, zonder te merken dat die levenswijze hem/haar weer andere regels oplegt die je moet volgen. Hipsters, gothics, newage mediteerders, cafe-filosofen, kunstenaars, schrijvers, neo-nazi’s of maghreb-jongeren. Allen vormen ze weer hun eigen gemeenschap met een eigen set van regels die ze moeten volgen. Zo werkt de mensheid nu eenmaal. We hebben allen een onderhuids verlangen om ergens bij te horen. Dat kan alleen door de regels van die gemeenschap te volgen. Door te ‘moeten’.
En wij, die dachten de meest vrije generatie aller tijden te zijn. Wij, die dachten dat alle keuzes voor ons open liggen. Wij merken niet dat de samenleving ons meer in haar greep heeft dan ooit. We hebben meer angst om er niet bij te horen dan ooit. Het sociale vangnet dat familie en verenigingen, dorpsleven en echte vrienden vroeger vormden is verwaterd tot een globale online community van individuelen die het veel te druk hebben met zichzelf om zich over anderen te bekommeren. Het ergste is dat we het niet eens beseffen, dat we overtuigd zijn dat we er niets aan kunnen doen. Voor de ouderen onder ons is het langzaam gegroeid tot we er plots middenin zaten. De jongeren hebben zelfs nooit anders geweten. Vooruitgang. Het is een kwestie van moeten.
Ook ik ontsnap er niet aan. Vooral ik. Ik ben te zwak om het gewicht van de wereld te dragen. Ook ik heb geen oplossing. Ik ben geen filosoof of politicus. Ik heb het licht nog niet gezien in heilige boeken of uitspraken van zeer wijze oosterse guru’s of geleerde westerse sociologen.
Ik heb een hypotheek. Ik heb drie kinderen die willen studeren. Ik heb honderdzestien facebook vrienden. Maar geen van hen zal me te hulp schieten als ik besluit mijn leven drastisch om te gooien. Dus beperk ik me tot stil verzet.
Morgen sta ik op (of niet) met de gedachte ‘Wat wil ik doen vandaag?’
Gelukkig is het morgen zondag. En zijn de kinderen niet thuis. En ligt er maar een beetje vuile was….
